VERSLAG reis NEPAL, juni/juli 2012
Een prettig verlopen reis, waarin alle doelen werden
gehaald. We bleven net de hevigste moessonregens voor, die pas goed doorbraken
toen het laatste deel van onze reis achter de rug was. Behoudens enkele dagen
last van darmproblemen (onderweg een maaltijd met vlees genomen, dom…) geen
gezondheidsproblemen. Geen last gehad van de harde matrassen, wel van een
enorme spierpijn na de terugweg (afdaling) uit de bergen van Rasuwa.
- We
begonnen met een tweedaagse trainerstraining Gemeentegroei, waardoor we
meer mensen als docent bij onze cursussen kunnen aantrekken. 8 studenten
waren zeer belangstellend. Allen zijn reeds betrokken bij theologisch
onderwijs in Kathamandu. Eén van hen, Amit Karthak, deed al de week daarna
in ons team mee, en met goed resultaat.
- Reis
naar het Rasuwadistrict, ten noorden van Kathmandu aan de grens met Tibet.
. Hier hebben we een cursus gegeven, aangevuld met lessen over allerlei
bijbelse onderwerpen, want in die afgelegen streken hebben de weinige gelovigen
nog nooit een conferentie meegemaakt, en gastsprekers zijn uitermate
zeldzaam. 50 deelnemers, onder wie slechts 4 predikanten van m.n. 2
gemeenten. Groot enthousiasme. Hoogtepunt was de aanbieding van een
liedbundel in de eigen taal (een mengeling van Tamang, Helambu-Sherpa en
Tibetaans) en met gebruikmaking van eigen melodieën, die gangbaar zijn in
Tibet en aangrenzende streken, maar die geheel anders zijn dan wat men
elders in Nepal kent. Dit zou wel eens een doorbraak kunnen zijn voor
evangelisatie in het hooggebergte van Nepal en in Tibet en Bhutan. Hoeveel
zendingsleiders hebben daar niet naar gezocht in de afgelopen eeuwen? De
mensen waren er zeer mee ingenomen, en ze zongen liederen in een
toonzetting, waar ik niet mee uit de voeten kan met gemak en zichtbaar met
plezier. De gemeente van Gyalsang Lama en zijn vader uit Thulo Syapru is
onafhankelijk. Ik denk dat we in de toekomst deze mannen moeten helpen hun
initiatief verder uit te bouwen in de evangelisatie van hun gebied en van
Zuid-Tibet (de Kerungs).
- Naar
Makawanpur (uitspraak: Makkenpoer), het stadje Palung, 75 km. westelijk
van Kathmandu, hooggelegen (2100 meter) in het middengebergte. 17
gemeenten uit dat gebied, en nog drie van verder gelegen streken, deden
mee. Het is één van de gebieden waar de kerk razendsnel groeit. Er waren
bijna 60 deelnemers (16 predikanten) en nog wat daggasten. De conferentie
was zeer geslaagd. Voor ons kwam het hoogtepunt toen we de dag na de
conferentie doorbrachten in het huis van één van de pioniers van de kerk
in die streek. We troffen enkele leden van zijn kerk aan uit dorpen op 3,5
uur lopen, hoog in de bergen. (Voor mij is dat minstens een tocht van 5
uur…) De naar schatting 600 – 800 mensen die daar wonen, allen Tamangs,
willen unaniem Christen worden, volgens die mannen. Maar wie wil naar zo’n
afgelegen streek? De enige manier is daar gemeenten te stichten, want de
tocht naar de meest nabije kerk vergt bijna 4 uur… En dat over een
steil en op sommige punten gevaarlijk pad. Maar deze open deur kunnen we
toch niet voorbijgaan? Dhruba Adhikari zal er poolshoogte gaan nemen,
evenals in het nabije (8 uur verder lopen…) plaatsje Gogane, waar door
zijn toedoen nu een gemeentetje is gekomen, sinds we daar een jaar geleden
begonnen.
- Laatste
reisdoel was: het Oosten van Nepal, vooral Damak (contact met een delegatie van de Kirati goeroe;
voorbereidingen voor evangelisatie etc. in hun hoofdkwartier), Oorlabari (slechts 7 km. van Damak
vandaan), waar we het werk van onze parttime werker Ruben Pariyar hebben
bezocht. De gemeente past niet meer in de huiskamer, ook al zou je mensen
gaan opstapelen, dus dat gaat goed. Er komen nu 40 mensen samen (een jaar
geleden 12 of 13). Ruben kreeg een fiets, want hij moet vaak naar
buitengebieden, o.a. het plaatsje Mangalbari op 2 á 3 km., waar diverse
gezinnen wijd open staan voor het geloof. Toppunt was het bezoek aan Rangeli, waar ds. Suresh Marandi
zijn kerkjes flink ziet groeien. Hij is een Santali, en heeft enorm veel
ingang bij de minderheidsstammen (outcasts…) in zijn gebied (oostelijk van
de stad Biratnagar), en in wijdse gebieden in de Indiase deelstaat Bihar.
Hij kan gebruik maken van zijn eigen taal, het Maithili, of anders spreekt
hij Hindi. Bihar is fel anti-christelijk, er zijn veel extreme
hindoegroepen die veel geweld gebruiken, maar Suresh (en zijn broer Monoj)
denken hiermee om te kunnen gaan. Het hindoeïsme is onder de kleinere
stammen (Santali, Mandal, Chowdhari etc.) nauwelijks doorgedrongen.
Massaal wil men tot geloof komen. Maar die streken liggen in sommige gevallen
meer dan een dag reizen (grotendeels per trein) van Rangeli vandaan.
Bovendien zijn die streken, zelfs in het oog van Nepalezen, zwaar
onderontwikkeld. We moeten proberen hier een project van te maken.
Een evangelist voor Nepal in die streken komt op 60 euro per maand; wordt
er iemand uitgezonden dieper Bihar in, dan wordt dat 95 euro.
Evangelisatie vanuit Nepal, in één van de moeilijkste gebieden van India!
Verder hebben
we enkele huisbijeenkomsten gehad in Damak en Topgachi, zaken geregeld voor het
schooltje in Balamvita etc.
Naast de belangrijkste reisdoelen
heb ik gepreekt in een drietal gemeenten (2x Kathmandu, 1x Makawanpur
district), alle kleine en jonge gemeenten. De grootste was die van Norbu
Tamang, een Friends Church, met 70 bezoekers op zaterdagen, die niet meer in de
kleine gehuurde ruimte passen. Ze zullen binnenkort een eigen gebouwtje
(moeten) neerzetten in Jorpati, een wijk van de hoofdstad. Verder een
bespreking met het bestuur van onze vereniging in Nepal, een diner bij een
parlementslid (mw. Guragai), samen met een oud-minister van landbouw en
allerlei persoonlijke contacten.
Ik heb met allerlei deskundigen
op het terrein van het bijen houden gesproken, en we staan nu klaar om in drie
of vier gebieden (Pakerbas in Ramechhap, Rasuwa, Chisopani en mogelijk in het
Paachtar district in het oosten) een training aan arme boeren te laten geven,
waardoor die beter in hun onderhoud kunnen voorzien. Met afgevaardigden uit het
dorp Chisopani (Koudwater) hebben we plannen opgesteld voor de bouw van een
schooltje en de eerste fase van het opzetten van het kweken van paddestoelen
voor de lokale restaurants in Rasuwa en omgeving is achter de rug. In september
gaat daar alles goed van start, en kunnen 25 armen (vooral weduwen) een goede
inkomstenbron tegemoet zien.
We mogen de Heer danken voor een
goede en veilige reis (o.a. tientallen kilometers achterop motoren door het
chaotische verkeer van Kathmandu, waar nauwelijks regels in acht worden
genomen), drie prachtige nieuwe open deuren en het feit dat we tal van
geestelijke leiders en gemeenten mochten bemoedigen en helpen. Ons werk wo0rdt
rijk gezegend, het verbaast me elke keer weer hoezeer dat het geval is.
Bram Krol, 6-7-2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.