maandag 5 juli 2010

Nepal 2010

Nieuws uit Nepal

Het grootste deel van mijn reis zit er weer op. Voor de vierde keer ben ik weer aangeland in mijn Guesthouse, waar ik graag kom, maar dat inNederland bij lange na de eisen voor hygiëne en kwaliteit niet zou doorstaan. Dat wordt echter goedgemaakt door het prettige personeel, altijd bereid om te helpen. Zo meteen, na het ontbijt, vertrek ik weer, om samen met secretaris Dhruba naar Lamjung te gaan voor een predikantenconferentie over Gemeentegroei.

Of die conferenties iets uit maken? Nou, wel degelijk. Je zou het enthousiasme van de deelnemers eens moeten meemaken. Voor velen is het de eerste conferentie van hun leven. Ze hebben er uren lopen voor over om mee te kunnen doen, en leren heel veel. Toch zullen velen het met een herinnering hier en daar moeten doen. Velen zijn niets gewend op het terrein van het leren. Soms deel in de zaal op in discussiegroepjes. Sommigen begrijpen er niets van. Hun enige zorg is, dat ze het ‘juiste antwoord’ zullen geven. Dat je al pratende een probleem kunt oplossen, of op nieuwe ideeën kunt komen, is iets van een andere wereld. Ze hebben misschien zes jaar onderwijs gehad, en dat bestond uit het opdreunen van rijtjes. Begrip bijbrengen? Zelfstandig leren werken? Dat is hier nog een stap te ver. Maar wanneer de deelnemers vertellen wat ze aan de conferentie hebben gehad, komen er toch steeds weer allerlei waardevolle dingen naar voren. Daar staan ze dan, trots met hun boek in handen, voor velen één van de weinige die ze bezitten. Hier kom je velen tegen, die liever vijf uur naar huis lopen, dan dat ze zestig cent voor de bus betalen. Zo duur…

Met de conferenties kom ik met veel leiders en vooral veel interessante pioniers in contact. 

De reis naar Ramechap, vanwege de regentijd met een grote omweg, waardoor een afstand van 100 kilometer werd verdubbeld, was hoogst interessant, maar geen onverdeeld succes. De minister bleek een ex-minister van landbouw te zijn, een zeer geanimeerd mens en een uitstekend leider, Ram Hari Dungel. Nadat we over de ruige weg bijna 8 uur hadden gedaan (met rustpauzen), bleek dat we nog eens 7 uur moesten lopen om bij zijn huis te komen. Tegen elf uur ’s avonds zaten we aan onze eerste echte maaltijd die dag, doodmoe en drijfnat van het zweet. Naast mij waren een vrouwelijk parlementslid en haar echtgenoot (die ooit een hoge post had op ecologisch terrein) en een wat vreemde, in zichzelf pratende Japanse leraar meegekomen. Natuurlijk was de grote vraag, of we mee konden doen met ontwikkelingsprojecten. Gezien de mensen die het moeten trekken is de kans groot dat ze zullen slagen. Maar gezien de grabbelton vol wensen lijkt het me onbegonnen werk. Wat te doen? Die contacten met hoog geplaatsten zijn ook belangrijk.

Eén Frans boek (voor Congo) ligt nu bij de drukker. Aan een nazorgbrochure wordt nog gewerkt. Dat liep allemaal wat langzamer dan ik wenste. Ik wilde een andere ontwerper, omdat de eerste teveel over geld sprak. Dat is een kwalijke trek. Maar de tweede, een zeer sympathieke man met de naam Silvanus, kreeg een ongelukje. Alles schoof maar op, mede omdat ik weinig in Kathmandu was. Maar nu zit er dan weer schot in. Onder het eten gister vergaderd met de ontwerper en secretaris. Daarna naar bed met een zere knie - de bus stopte onverwacht, en ik kreeg een ijzeren balkje tegen mijn knieschijf. Daarna noest ik die knie forceren met een lange voettocht, en nu verga ik af en toe van de pijn. Zal wel een kwestie van enkele dagen zijn. Ik hinkel ongestoord verder.

Verder geen nieuws,

groet,

Bram Krol

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.